Echte en gefantaseerde tuinen. Besloten hoven en heilige hekken. Verjongingskuren en erotiek in het groen. Ogenbedriegers en labyrinten. Verleiding en afwijzing. In tuintaferelen in de kunstgeschiedenis gebeurt veel, ook wat op het eerste gezicht aan de blik ontsnapt.
In middeleeuwse miniaturen is de mens even een blik op een aards paradijs gegund. Kunstenaars als Rubens, Bruegel en Cranach verstoppen in hun tuinen waarschuwingen en verlangens. Sommige schilderijen lijken je zelfs een levensles mee te willen geven. Zoals bij de oude filosofie van de Tabula Cebetis: kies je het juiste pad, dan bereik je het paradijs – maar kies je verkeerd, dan… . De moraal wordt echter getemperd door de uitbundige afbeeldingen van flora en fauna, geleid door nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen.
Moderne kunstenaars proberen op hun eigen wijze het paradijs en de verleiding van de tuin weer te geven. Bonnard laat ons kleurrijk dromen, Kokoschka deelt emoties. Met mozaïeken, alledaagse objecten of groene trompe l’oeils halen kunstenaars met listen de natuur in de grote stad binnen.